Ik heb het boek Staal van Silvia Avallone gelezen. Het was moeilijk om
informatie over het boek en de schrijfster te vinden in het Nederlands, daarom
heb ik in plaats van een geschreven samenvatting een filmpje gekozen waarin het
boek Staal wordt besproken. Ook heb ik een interview met Silvia Avallone
gevonden.
Het boek gaat over twee meisjes, Anna en Francesca:
Anna is een dertienjarig meisje uit het Italiaanse industriestadje
Piombino. Ze woont samen met haar moeder, broer en vader (die vrij weinig thuis
is) in een appartementencomplex aan de kust. Anna’s moeder is één van de
weinige Italiaanse communisten en werkt bij een vakbond. Haar broer werkt hard
in de staalfabriek van Piombino en haar vader houft zich na zijn ontslag bij de
fabriek bezig met andere ‘ zaken’. Anna en haar beste vriendin Fransesca, die
elkaar al heel lang kennen en onafscheidelijk zijn, worden gezien als de
mooiste meisjes van het kleine stadje in Italië.
Franesca is enig kind en woont samen met haar vader en moeder in
hetzefde appartementencomplex als Anna. Francesca wordt mishandeld door haar
vader, maar haar moeder is te bang om aangifte te doen. Met haar blonde haar
ziet ze Francesca er anders uit dan alle andere meisjes in Italië. Vele jongens
vinden haar aantrekkelijk, maar Francesca heeft alleen oog voor Anna. Ze wil
voor altijd samen met Anna zijn en droomt over een toekomst buiten Piombino.
Francesca en Anna hebben veel van hun karaktereigenschappen gemeen. Ze hebben
allebei een verlangen om volwassen te worden (“Nog even maar, fluisterden Francesca
en Anna tegen elkaar. Als er een ouder meisje met een fonkelnieuwe scooter op
het strand aankwam, gooiden ze haar er in hun verbeelding af en gingen ze zelf
schrijlings op haar plaats ztten. ‘Nog even’, wanneer meiden op zaterdagavond
uitgingen met glitters op hun wangen, met lipgloss en hoge hakken, terwijl zij
thuisbleven en kleren pasten met de stereo op tien.”, bladzijde 20).
Ook zijn ze zich beide bewust van hun schoonheid (“Het was een spel, en
ook weer niet. Boven de wasbak, in de spiegel vol tandpastaspetters, bekijken
de blonde en de donkere zich in hun meest schaamteloze versie. (…). Ze hebben
hun gezicht opgemaakt, veel te dik. De lippenstift loopt over de randen, de
mascara druipt van de hitte en plakt hun wimpers aan elkaar, maar daar trekken
ze zich niets van aan. Dit is hun eigen privé-verkleedpartijtje, de provocatie
die ze het raam uit gooien. Ze weten tenslotte dat er misschien wel iemand is
die hen bespiedt en zijn broek losknoopt.”, bladzijde 29).
Daarbij is Francesca erg naïef als ze zich aanmeld om als animeermeisje
te werken. Ze hoopt hiermee beroemd te worden, maar dat lukt natuurlijk niet op
deze manier. (“Ze wilde gered worden, ze wilde worden meegenomen en vereerd
door deze man, door die onbekende, door wie dan ook. ‘De Tartana is mijn
droom,’ liet ze zich ontvallen. Het klonk hol. Ze beet op haar lip en schaamde
zich dat ze zoiets onbenulligs had gezegd. ‘Ik wil graag als animeer meisje
werken,’ verbeterde ze zichzelf, ‘ik wil op het podium dansen of in het
privékamertje, nou ja, waar u maar wilt. Als ik maar kan dansen.’ (…). De man
zette zijn glas neer en nam zijn donkere bril af om haar eens goed aan te
kijken. Hij had dikke wallen onder zijn ogen. ‘Alleen heb ik al heel veel
meisjes in de Tartana, daar kan ik er niet nog een aannemen. Hopelijk vind je
dat niet erg’, zei hij met een geneem lachje. (…). ‘Maar ik heb nog een andere
zaak, ook in Follonica…’ Ze klampte zich volledig vast aan die zin. Ze kon niet
zeggen waarom ze zoveel waarde hechtte aan dat werk, waarvan ze niet eens wist
wat het inhield.”, bladzijde 290). En Anna is naïef als ze met Mattia meegaat
en Francesca alleen achter laat op het feest. (“Mattia bleef staan, zag Anna’s
blote voeten op de grond, en in een overdaad van energie en fantasie nam hij
haar voordat ze boe of bah kon zeggen in zijn armen en tilde haar op: ‘U weet
nooit of er een steentje is dat een aanslag wil plegen op u voetjes, madame…’
Zo lag Anna als een bruidje in Mattia’s armen, ze klemde zich wezenloos vast
aan zijn schouders en werd triomfantelijk door de opgewonden menigre gedragen,
tot aan het kastje waar haar ballerina’s stonden. Al die tijd kon Anna nergens
aan denken. Ze liet zich wiegen door de beweging van zijn lichaam over het
grind, door de warmte die het verspreidde, door de geur van nicotine en alcohol
en iets anders, net… zeewier.”, bladzijde 168)
Gek op aandacht (“Het was alsof ze op een podium op het strand stond,
ze voelde wel een miljoen ogen op zich gericht. Als iedereen erbij was, overwon
ze alle verlegenheid. Toen rende ze weg, weer het water in, naar Anna toe. En
die arme Nino weer als een hondje achter haar aan. Dag in dag uit, elke dag was
weer hetzelfde verhaal. Francesca en Anna die voortdurend heen en weer renden
van de kleedhokjes naar de zee. Onder de douche, achter de bar. En dan weer he
water in. Een constant op en neer gedraaf, Anna en Francesca voorop en de
jongens erachteraan.”, bladzijde 94)
De relatie tussen Anna en Francesca in het boek is heel duidelijk, ze
zijn hartsvriendinnen en doen alles samen. Als Mattia en Anna verliefd worden,
voelt Francesca zich in de steek gelaten. Gelukkig komen ze aan het einde weer
bij elkaar en lijkt er niets veranderend aan hun vriendschap, daar was ik
persoonlijk erg blij mee.
De problemen die Anna en Francesca hebben in het boek zijn zeer divers.
Francesca wordt thuis mishandelt en ze voelt zich alleen als Anna en zij geen
vriendinnen meer zijn. Anna’s vader is bezig met verkeerde zaken, haar broer
wordt overreden als hij aan het werk is in de fabriek en zo gebeuren en nog vele
andere dingen in de levens van de twee meisjes. Maar het duidelijke conflict in
het boek is toch wel de worsteling met het volwassen worden, de meisjes weten
niet zo goed wat ze met zichzelf aan moeten als de wereld om hun heen en hun
eigen lichaam in één klap veranderd.
Onderstaand plaatje geeft de speciale vriendschap van Francesca en Anna
weer. Ik denk dat de tekst voorzich spreekt:
Tot slot heb ik twee recensies gevonden: